Blake en Mouton

Robert Blake en Jane Mouton ontwikkelden hun managementraster in het begin van de jaren 19601. Ze beschreven twee dimensies: 

  • zorg voor mensen geeft aan in welke mate een leider rekening houdt met de behoeften, interesses en persoonlijke ontwikkeling van teamleden.

  • zorg voor de productie geeft aan in welke mate de leider de nadruk legt op doelen, organisatorische efficiëntie en productiviteit.

Binnen deze dimensies identificeerden ze vijf voorbeeld managementstijlen:

 

 

  • Verpauperd
  • Een verpauperde leider is over het algemeen ineffectief. Ze zijn niet erg geïnteresseerd in het ontwikkelen van systemen of mensen. In feite zijn ze niet bijzonder geïnteresseerd in het voor elkaar krijgen van een klus - niet bepaald een leider.

  • Country club
  • Een country clubleider is primair gericht op mensen en gaat ervan uit dat als ze gelukkig en veilig zijn, ze hard zullen werken en de doelstellingen zullen bereiken. Deze stijl van leiderschap kan leiden tot slechte resultaten door een gebrek aan richting en controle.

  • Produceren of vergaan
  • Dit type leider is gezaghebbend en vergelijkbaar met McGregor's theorie X. Ze richten zich op efficiënte procedures en de behoeften van werknemers zijn altijd ondergeschikt aan de verwezenlijking van de doelstellingen.

  • Teamleiderschap
  • Een manager met deze stijl legt evenveel nadruk op mensen als op productie. Om Blake en Mouton te parafraseren voor de P3-omgeving: ze geloven dat als mensen de doelstellingen begrijpen, hun rol in het bereiken van de uiteindelijke baten en betrokken zijn bij het bepalen van de middelen voor het bereiken van deze baten, dan zullen hun behoeften en productiebehoeften samenvallen.

  • Blake en Mouton zagen dit als de beste managementstijl, hoewel modellen als Hersey en Blanchard laten zien dat één managementstijl niet voor alle situaties geschikt is. Deze stijl is vergelijkbaar met McGregor's theorie Y. 

  • Middle-of-the-road
  • Hoewel dit een nuttig compromis lijkt tussen mens en productie, betekent het vaak dat de manager tevreden is met gemiddelde prestaties en dat niet volledig wordt voldaan aan de behoeften van de mensen of de behoeften van de productie.

 

Het managementraster is als basis gebruikt voor vele andere modellen zoals Hersey en Blanchard en Thomas-Kilmann. Vanuit het oogpunt van een P3-manager moeten al deze modellen worden geïnterpreteerd in overeenstemming met de context van een project of programma, de manier waarop een team zich ontwikkelt (bv. Tuckman), de levenscyclusfase die wordt geleid en het algemene competentieniveau van de organisatie.

 

  1. Blake R, Mouton J (1964), The Managerial Grid, Gulf Publishing, Houston.

 

Met dank aan het BPUG-team voor de vertaling naar het Nederlands

SHARE THIS PAGE

Please consider allowing cookies to be able to share this page on social media sites.

Change cookie settings
24th July 2014Link to Italian page added
Terug naar boven